Kleur speelt een belangrijke rol in de Japanse architectuur, omdat het vaak wordt gebruikt om culturele en symbolische betekenissen over te brengen. Verschillende kleuren worden geassocieerd met verschillende seizoenen, emoties en concepten. De meest gebruikte kleuren in de traditionele Japanse architectuur zijn rood, wit en zwart.
Rood is een symbool van vitaliteit en wordt vaak gebruikt voor poorten, pagodes en heiligdommen. Wit staat voor zuiverheid en wordt gebruikt voor exterieurs en interieurs van heilige gebouwen. Zwart is een symbool van verfijning en wordt gebruikt voor detaillering, zoals de dakbedekking, omlijsting en accenten.
Andere kleuren die in de Japanse architectuur worden gebruikt, zijn groen, dat de natuur vertegenwoordigt en wordt gebruikt voor tuinen en landschappen, en goud, dat rijkdom symboliseert en wordt gebruikt voor religieuze voorwerpen en decoraties. Over het algemeen dient kleur in de Japanse architectuur om de visuele impact, culturele betekenis en algehele esthetiek van de gebouwde omgeving te verbeteren.
Publicatie datum: