1. 3D-printen: een fysiek 3D-model of product maken door laag voor laag te printen met een 3D-printer.
2. Lasersnijden: precieze patronen snijden en graveren in materialen zoals hout, acryl of papier met behulp van een lasersnijder.
3. CNC frezen: Op een computer een ontwerp op maat maken dat vervolgens met een CNC-freesmachine uit een massief blok materiaal wordt gesneden.
4. Prototyping van elektronica: Ontwerpen en bouwen van elektronische circuits of prototypes met behulp van breadboards, printplaten en andere elektronische componenten.
5. Rapid prototyping: het gebruik van verschillende digitale fabricagetools en -technieken om snel een functioneel prototype te produceren, dat kan worden verfijnd en getest voor de definitieve productie.
6. 3D-scannen: Het maken van een digitaal 3D-model van een bestaand product of object met behulp van een 3D-scanner.
7. Virtuele prototyping: CAD-software (computer-aided design) gebruiken om een digitaal prototype te maken dat kan worden getest en verfijnd voordat het fysiek wordt geproduceerd.
Publicatie datum: