Postmoderne architectuur gebruikt verwijzingen naar postmoderne cultuurfilosofie door traditionele vormen, materialen en technieken van architectuur uit te dagen. Het haalt inspiratie uit verschillende kunststromingen en deconstrueert conventionele ideeën over ruimte, hiërarchie en functie.
De postmoderne cultuurfilosofie benadrukt het idee van cultureel relativisme, het idee dat er geen objectieve waarheden zijn en dat culturele kennis subjectief en contextueel is. Postmoderne architectuur weerspiegelt deze ideeën door het idee van een universele stijl te verwerpen en in plaats daarvan een mix van verschillende stijlen, materialen en culturele referenties te omarmen.
Postmoderne architectuur weerspiegelt ook de postmoderne kijk op taal en representatie. Het gebruikt metaforen, ironie en toe-eigening om de authenticiteit van architecturale vormen in twijfel te trekken. Gebouwen kunnen bijvoorbeeld decoratieve elementen bevatten die verwijzen naar historische architectuur, maar op een zelfbewuste manier die de kunstmatigheid van de referentie blootlegt.
Ten slotte weerspiegelt postmoderne architectuur het idee van het 'simulacrum' - dat culturele artefacten geen inherente betekenis hebben, maar in plaats daarvan worden gecreëerd en geïnterpreteerd door middel van sociale en culturele kaders. Postmoderne architectuur bevat vaak referenties uit de populaire cultuur en het consumentisme om deze systemen van betekenisgeving en de commodificatie van architectuur te bekritiseren.
Publicatie datum: