De Bauhaus-beweging had een complexe relatie met de Sovjet-avant-garde. Hoewel beide bewegingen een gemeenschappelijke interesse deelden in het integreren van kunst en technologie, verschilden ze in hun benadering van de rol van kunst in de samenleving. Het Bauhaus concentreerde zich op ontwerp voor massaproductie en legde de nadruk op functionalisme, terwijl de Sovjet-avant-garde kunst probeerde te gebruiken als instrument voor politieke en sociale verandering.
Ondanks deze verschillen was er enige uitwisseling en invloed tussen de twee bewegingen. Verschillende Bauhaus-leden, waaronder Walter Gropius en Lázló Moholoy-Nagy, bezochten de Sovjet-Unie en lieten zich inspireren door het Sovjet-constructivisme. Op hun beurt werden enkele Sovjetkunstenaars, waaronder El Lissitzky en Alexander Rodchenko, uitgenodigd om les te geven aan het Bauhaus.
De relatie werd echter ook gekenmerkt door spanningen en meningsverschillen. Sommige Bauhaus-leden waren kritisch over de autoritaire politiek van de Sovjet-Unie en zagen hun eigen benadering als democratischer. Ondertussen bekritiseerden sommige Sovjetkunstenaars het Bauhaus omdat het te gefocust was op commercieel ontwerp en niet radicaal genoeg in zijn sociale en politieke doelen.
Publicatie datum: